Anti-pestprotocol

In dit protocol staat beschreven hoe de vereniging pesten wil voorkomen en als het wel gebeurt welke maatregelen er dan getroffen kunnen worden. Dit protocol is een aanvulling op de al bestaande gedragscode die op de website geplaatst is.

Wat is pesten

Pesten en plagen wordt nog wel eens door elkaar gehaald. Daarom is het goed om het verschil tussen beide duidelijk voor ogen te hebben:

• Plagen is vaak een incidenteel, onbezonnen en spontaan negatief gedrag.
  Pesten is wat anders dan plagen. Kinderen (en volwassenen) plagen elkaar als ze aan elkaar gewaagd zijn. Dit spel gaat vaak twee kanten op. Alhoewel een plagerij soms niet altijd leuk is, is het nooit een bedreiging. Plagen hoort bij de ontwikkeling van kinderen, ze leren omgaan met conflicten en kunnen daardoor beter inschatten of diegene met wie je een grap uithaalt er ook mee om kan gaan.
  
  
• Pesten is vaak stelselmatig, onbezonnen bewust negatief gedrag richting een slachtoffer.
  Bij pesten gaat het met name om situaties waarin men zich bedreigd voelt. Pesten is vaak niet eenmalig, maar gebeurt stelselmatig. Bij pesten is er sprake van een dader en een slachtoffer.

Voorkomen van pestgedrag

Waar er bij pestgedrag vaak aandacht is voor het slachtoffer na een pestincident, is het effectiever om preventieve maatregelen te treffen om pestgedrag tegen te gaan. Daarom moet er veel oog zijn voor alle spelers. Het voorkomen van pestgedrag gebeurt het beste als er sprake is van een veilig klimaat binnen de vereniging. Iedereen kan daaraan bijdragen. Hieronder staan een paar tips:

• Maak goed contact met alle spelers/kinderen.
  Zorg dat ieder zich gezien voelt. Persoonlijke aandacht, een goede relatie en een positieve sfeer voorkomt pestgedrag. Hoewel assertieve, open en drukke kinderen vaak veel aandacht krijgen, moet de aandacht ook juist uitgaan naar de stille kinderen.
  
  
• Geef complimenten op afstand.
  Complimenten verbeteren de sfeer in een groep. Het onderling vertrouwen neemt toe. Zo voorkom je negatieve beelden over elkaar en verklein je de kans dat een kind wordt genegeerd. Juist agressieve, bazige kinderen zijn vaak erg gevoelig voor complimenten. Beloon het proces in plaats van het eindresultaat.
  
  
• Neem de gedragscode met het team door (Wat verwacht je van jouw team en wat niet?). Wees alert op ‘kleine’ dingen die de training verstoren. Er is vaak al veel gebeurd voordat gedrag echt vervelend wordt.

Aanpak van pesten

Wat kan de trainer/leider doen? Wuif deze signalen niet weg onder het mom van: “Ik ben een trainer/leider, geen opvoeder”, “Iedereen moet tegen een grapje kunnen”, of “Hij/zij lokt het zelf uit”. Neem duidelijk stelling in. Nietsdoen is gelijk aan goedkeuren.
Vraag degene die het pestgedrag vertoont het specifieke gedrag te staken. Voorkom dat je boos wordt, geef vriendelijk en duidelijk leiding. Ga niet schreeuwen of belerend spreken. Je wijst het gedrag af, niet het kind. Wees daar duidelijk in.

• Reageer duidelijk op pestgedrag: Oogcontact, een gebaar, hand op schouder. Corrigeer, in eerste instantie, van nabij (als dat kan). Je voorkomt dat het gedrag direct ‘groot’ en zichtbaar wordt gemaakt voor andere kinderen en daarmee leidt tot gezichtsverlies.
  
  
• Grijp direct in! Gedacht kan worden aan een afkoelperiode van 10 minuten tijdens een training, of een soort corveedienst (trainer helpen bij klaarzetten/opruimen, netjes achterlaten van kleedkamer); dit naar oordeel van de trainer en/of leiders. Hierna dienen de maatregelen in gang gezet te worden.
  In overleg met (een afvaardiging van) de jeugdcommissie en het bestuur kunnen er sancties opgelegd worden.

• Vraag degene die gepest wordt om hulp te vragen als het pesten gebeurt. Maak duidelijk dat het pesten niet zijn/haar schuld is. Geef evt. tips, zoals: Negeren of weglopen van degene die het pestgedrag vertoont. Voor zichzelf opkomen door de grenzen aan te geven met woorden (“Stop, Hou op”, of “Niet doen”) maar niet terugschelden of slaan. Maak duidelijk aan de ouders dat je als leider/trainer het pesten serieus neemt.
  
  
• Vraag de andere teamleden tegen degene die het pestgedrag vertoont te zeggen dat deze moet ophouden wanneer het weer gebeurt. Het pesten wordt hierdoor minder vanzelfsprekend. De situatie voor meelopers verandert: Het wordt duidelijk dat het geen groepsnorm is om mee te gaan in het pestgedrag. Meelopers horen graag bij de norm en de groep en zijn minder bereid om risico`s te lopen dan degene die het pestgedrag vertoont.

Maatregelen

• Stel de ouders van het verenigingslid dat het pestgedrag vertoont, in het bijzijn van hun kind, op de hoogte van het ongewenste gedrag. Vraag een lid van de vereniging hierbij aanwezig te zijn. Maak afspraken over gewenst gedrag en geef aan wat volgens het protocol als sanctie opgelegd kan worden bij voortzetting van het ongewenst gedrag. Geef aan dat er contact opgenomen kan worden met de vertrouwenspersonen van de club.
  
  
• Stel de ouders van het slachtoffer, in het bijzijn van hun kind, op de hoogte dat hun kind is gepest en wat de vereniging heeft ondernomen. Vraag een lid van de vereniging om hierbij aanwezig te zijn. Geef aan dat er contact opgenomen kan worden met de vertrouwenspersonen van de club.
  
  

Na de training of wedstrijd

Informeer ouders van minderjarige pleger en slachtoffer altijd.

Wanneer je als trainer/leider ondersteuning nodig hebt bij de aanpak van pestgedrag kun je contact opnemen met de jeugdcommissie, het hoofdbestuur of de vertrouwenspersoon.

Sancties

Bij hoge uitzondering kunnen er naast de genoemde maatregelen nog verdere sancties opgelegd worden. Dit gaat in overleg met (een afvaardiging van) de jeugdcommissie en het bestuur. De volgende sancties kunnen opgelegd worden:

• Gesprek en officiële waarschuwing.
• Plaatsen in ander team.
• Uitsluiting van een of enkele trainingen.
• Uitsluiting van een of enkele wedstrijden.
• Schorsen voor de duur van het seizoen.
• Royeren
• Aangifte politie.